Gieselbaarg

Een gruwel wandeling voor de noodlottigen

In een prachtig natuurgebied van Westerwolde in de provincie Groningen speelt er in mijn beleving de Wedderborg of het Kasteel van Wedde historisch gezien een grote rol, maar geen fijne. Er doen daarover vele verhalen de ronde, maar om het kort weer te geven zijn de geborenen en bewoners veelal drosten, richters en ketterjagers. In de borg zou het er spoken, want velen hebben s nachts rammelende kettingen gehoord afkomstig van een drost die ooit door een opstandig volk in de boeien werd geslagen.

Als je nu de borg bezoekt ziet het er lieflijk uit met een prachtig park eromheen en voor kinderen een heerlijke plek.
Om even terug in de tijd te gaan zijn er toch wel gruwelijke dingen gebeurd.
Na velen witchtrails vooral in Engeland, Pendlehill – Lancashire is er een van, te hebben gevolgd, besloten Peter en ik de witchtrail naar de Gieselbaarg te maken.
Een stille tocht, die ik al in de loop van 45 jaar had willen maken, want mijn familie woont in Westerwolde. Nu is het er toch van gekomen.

De Gieselbaarg (Geselberg) is een plek waar noodlottigen na de terechtstelling te voet hun dood tegemoet gingen. Tenminste degenen die de folteringen hadden overleefd. Voor deze tocht had ik bij mijn moeder mooie rozen in de tuin geplukt om tijdens de tocht te strooien. Rozen staan voor mij voor licht, liefde en bescherming.
Het is een vredige wandeling in de mooie natuur voor wilde bloemen en kruiden, zeerzeker de moeite waard. Vanaf de Wedderborg naar de Gieselbaarg duurt de wandeling ongeveer 45 minuten. Bij de Gieselbaarg staat een monument met de namen van de noodlottigen. Het is mooi om te zien dat er velen met hun lot begaan zijn en bloemen neerleggen. Ook mijn overgebleven rozen kleurde de voet van het monument roze.
Hier deel ik een stukje van Jan Hidde Wilzing uit de Schakel wie deze noodlottigen waren.
Hun namen staan op het monument geschreven om nooit meer te vergeten

De Gieselbaarg: Heksenprocessen 1587 en 1589

Eeuwenlang geloofden mensen dat heksen en hun magische krachten de oogst lieten mislukken, iemand ziek konden maken en slecht weer veroorzaakten. In de 16e eeuw hadden allerlei vormen van bijgeloof mensen in hun greep. Zo geloofden mensen in tovenaars, spoken, geesten en heksen. Volgens de kerk was tovenarij een daad van de duivel en het kwaad. Wanneer de een oogst mislukte, door ziekte vele dorpelingen stierven of andere tegenslagen plaatsvonden, werd dit gezien als een straf van God. En de mensen zochten dan een zondebok: iemand aan wie ze de schuld konden geven. Dit leidde tot beschuldigen van hekserij. Tijdens de scherpe verhoren werd vrij snel duidelijk wie er aan de heksenkring of heksensabbat had deelgenomen.
Vanuit de Wedderborg bestuurde in die tijd ook Matthias Ort, als drost van Wedde, “de Heerlijkheid Westerwolde”.
Door zijn aantekeningen en rekeningen zijn de gebeurtenissen rondom de heksenprocessen redelijk goed te achterhalen.

Aangeklaagd in de heksenprocessen van 1587 in het kort:
op 13 mei na gefolteringen veroordeeld en levend verbrand zijn Anna van Mekelenburgh, Dorothea van Danswick en Aleith Wachters.
23 juni na de waterproef gegeseld, maar vrijgekocht voor 200 guldens: Ricque Sebes.
6 juli na folteringen veroordeeld en levend verbrand: Trine van Quakenbrugge, Fenne Egberts (Onstwedde), Anna Radtmaeckers (Wessinghuizen), Allicke Tensinck (72 j. Veenhuizen). Uit een andere bron, maar ik wile persé alle namen noemen

In September 1589 worden in Wedde weer vier personen terechtgesteld: Het betreft hier voor het eerst een man, Johan Tonnis, knecht van Johan Rensinck uit Wessinghuizen. Verder Hille Willems Sickes, een huisvrouw, Geescke Hummelinck, ook huisvrouw en Taelcke Albers, maagd van Volcker Volckers. Alle drie de vrouwen zijn afkomstig uit Onstwedde. Ook twee vrouwen uit Blijham worden beschuldigd, Lumme Drents en Henrich Smitts. De beschuldigden zitten opgesloten in de burcht te Wedde. Waarschijnlijk is eerst Johan Tonnis verhoord en gemarteld en heeft hij vervolgens de namen van de andere vrouwen genoemd. Op vijf September wordt Johan Tonnis op het water geworpen en daarna ‘ter tortuir’ gesteld’. Een dag later overkomt Hille Sickes hetzelfde. Weer een dag later zijn ook Geescke Hummelinck en Taelcke Albers aan de beurt.

Op 11 September vindt het oordeel plaats. Johan te Veenhuis, richter van Westerwolde, zit het halsgericht voor. Een halsgericht is een soort rechtbank dat bevoegd was om ook een doodvonnis uit te spreken. Aanwezig zijn verschillende geestelijken uit Westerwolde en enige notabelen: Johan Nannes uit Vriescheloo, Ocke Tammes uit Blijham, Nanne ter Walslage uit Sellingen en Frerick te Velthuis uit Vlagtwedde. De vier beschuldigden worden veroordeeld tot de brandstapel. De terechtstelling vind dezelfde dag nog plaats op de Gieselbaarg.

Op 12 september Alheit Hindricks, vrouw van Hindrick Essinck uit Vlagtwedde, op het water geworpen en daarna scherp verhoord. Een dag later ondergaan Hidde Busemansuit Bellingwolde, Wobke Holschemaekers, een huisvrouw uit Jispinghuizen en Swantke Wilts, vrouw van Imel Wilts uit Vlagtwedde, hetzelfde lot. Na meerdere verhoren en martelingen bekennen de vrouwen. Op 15 September worden Hidde, Swantke en Alheit veroordeeld en verbrand. Op 17 September is het volgende proces met uitspraak: Lumme Drents, Henrich Smitts en Wobke Holschemaekers worden eveneens veroordeeld tot de brandstapel.

En het is nog niet afgelopen. Op 19 September worden Trine Hindricks en Temmeke Johans op het water geworpen. Temmeke wordt onschuldig bevonden en mag naar huis. Trine wordt twee dagen lang verhoord en gefolterd. Op 27 September komt er opnieuw een vonnis van richter ten Veenhuis: Trine Hindricks en Geeske Kupers, vrouw van Herman Kuiper uit Veele, worden na een bekentenis te hebben afgelegd eveneens veroordeeld tot de brandstapel. Geeske was al op 16 September verhoord en waarschijnlijk genoemd door een van de terechtgestelde vrouwen.

De nabestaanden van alle terechtgestelden moeten opdraaien voor de gemaakte kosten. In het Breuckenregister lezen we dat o.a. 12 halskettingen, 12 lijfkettingen, 12 voetkettingen en 24 ijzeren halsbanden zijn aangeschaft. Het hoogste bedrag betaalde boer Johan Rensinck uit Wessinghuizen. Opvallend is dat er voor Trine Hindricks niet betaald is. Of er was geen familielid, die aansprakelijk kon worden gesteld of door armoede kon er geen bedrag betaald worden. Hoe dan ook, September 1589 was een drukke maand voor de scherprechter uit de stad Groningen en voor richter Johan ten Veenhuis.

Het laatste heksenproces 1597

In 1596 is Ludolphus Antonius predikant te Blijham. De dominee staat bekend ais een felle heksenvervolger. In juli van dat jaar wordt de dochter van de dominee, Trijntje, ziek. Wat er ook wordt geprobeerd, Trijntje wordt steeds zieker en sterft ongeveer drie maanden later. Dominee Antonius en zijn vrouw herinneren zich dat kort voordat hun dochter ziek werd, het kind een appel had gekregen van een oude vrouw uit Blijham, Alcke Engels. Trijntje had de appel opgegeten en was kort daarna ziek geworden. Alcke Engels, een vrouw die inmiddels de 70 ruim was gepasseerd en weduwe van Engel Jans, wordt opgepakt en komt in de kerker van de burcht te Wedde terecht. Het is dan 24 januari 1597. Alcke wordt verhoord, op een ladder uitgerekt en al snel volgt de bekentenis: ze heeft de appel met rattenkruid vergiftigd. Ook bekent ze deel uit te maken van een heksenkring, waarbij ook de duivel aanwezig was.

Alcke meldt echter ook dat de appel niet van haar was geweest, maar dat ze de vrucht had gekregen van Hemcke Aaldricks. Ook de zuster van Alke, Bertien Thijes wordt opgepakt. Verder noemt Alke de zwangere Johanna Lubberts uit Wedde, die ook bij de heksenkring zou horen. Johanna zou haar eigen kind hebben betoverd, waarna het is gestorven. Kort daarna gingen er ook nog een paar koeien dood van de pastoor, zonder dat er een duidelijke oorzaak voor was! Ook Johanna wordt ‘uitgerekt’ en gemarteld, waarna ook zij snel een bekentenis aflegt. Ook Johanna noemt Hemcke Matrix, die echter naar de Duitse stad Meden is gevlucht. Haar familie, overtuigd van haar onschuld, haalt Hemmen over terug te keren. Op 15 februari wordt ook Hemcke Matrix in de boeien geslagen en ontkent aanvankelijk alle aantijgingen. In de cel probeert Bertien Thijes zichzelf van het leven te beroven door zich twee keer met een mes in de buik te steken. Twee dagen later sterft ze in de gevangenis. Voor de rechters een duidelijk bewijs dat deze ‘heks’ schuldig was!

Op 17 februari worden Alcke Engels en Johanna Lubberts op de brandstapel op de Gieselbaarg verbrand. Hemcke Aaldricks, die ook een volledige bekentenis had afgelegd, zou hetzelfde lot ondergaan. Omdat ze uit een gegoede familie afkomstig was, werd ze na het betalen van een boete vrijgelaten. De boete werd vastgesteld op 600 gulden, waarvan er 150 gulden direct moest worden betaald door haar echtgenoot, Estrik Blijkens. Estrik moet een deel van zijn landerijen verkopen om de boete te voldoen. Hemcke moest wel plechtig beloven zich niet langer in te laten met deze schandelijke praktijken. Inmiddels worden nog twee vrouwen opgepakt, uiteraard genoemd door de beschuldigde en gefolterde vrouwen. Het betreft Wipke Boelens en Heijlcke Hinrichs. Wipke wordt, nadat ze ‘kreupel en lam’ is gemarteld vrijgelaten. Haar zoon Sibke Boelens heeft een boete betaald van 50 daalders. Ook Heijlcke, die zwanger is, wordt vrijgelaten na het betalen van een boete. Een laatste slachtoffer is Houwe Eggericks uit Winschoten, die ook door Alcke Engels is genoemd tijdens de verhoren. Houwe bekent op 17 maart 1597 dat ze het toveren van Alcke heeft geleerd en dat ze deel heeft genomen aan een heksenkring. Op 23 maart wordt Houwe Eggericks in Winschoten verbrand.

Hiermee is het verhaal nog niet teneinde. Aan het eind van de 16e eeuw komt er steeds meer weerstand tegen de heksenprocessen en heksenvervolgingen. Na haar vrijlating, herroept Hemcke Aaldriks alle bekentenissen die ze tijdens de verhoren had gedaan. Aeldrik Lipkens besluit om de drost van Wedde (Jacob Enthens) en richter Elso te Veenhuis aan te klagen. Hij eist namens zijn vrouw schadevergoeding en eerherstel. Aeldrik voert aan dat zijn vrouw van goede en vrome afkomst is en dat zij altijd aanzien hebben genoten en gerespecteerde mensen in Blijham waren. Aeldrik is bovendien een tijdlang kerkvoogd in de parochie van dominee Antonius geweest. De aanklacht komt terecht bij de Hoofdmannenkamer in de stad Groningen. Aeldrik eist als schadevergoeding een bedrag van 6000 gulden.

Drost Jacob Enthens en richter te Veenhuis voeren aan dat de 600 gulden boete nodig was om alle gemaakte proceskosten te dekken en als vergoeding voor het ‘verblijf van Hemcke in de kerker van de burcht te Wedde. Aeldrik reageert hierop door vast te stellen dat ‘de moordkuilen in het Huis van Wedde wel erg dure verblijfplaatsen zijn geweest: honderd vijftig gulden voor een verblijf van twaalf dagen in een donkere kelder’. De Hoofdmannenkamer komt niet tot een oordeel en schuift het proces door naar een hogere instantie in Den Haag. Uiteindelijk worden drost Enthens en richter te Veenhuis toch in het gelijk gesteld.

Het is wel het laatste heksenproces in Westerwolde geweest. Graaf Willem Lodewijk maakt Jacob Enthens duidelijk dat hij moet stoppen met de heksenjacht die gepaard is gegaan met folteringen en wreedheden. Wel bleef het bijgeloof in tovenarij en heksen nog lange tijd bestaan in Westerwolde

Op de website van Marieke Smink zijn in een bijzondere kunstvorm deze mensen herdacht: 7 Jurken

De 7 jurken staan voor de 7 keren waarop de brandstapel heeft gewoekerd.
Iedere jurk staat voor de verbranding van onschuldige “heksen”, die nadat ze dagenlang gemarteld waren, de dood vonden in het vuur.
De stof is verminkt, net als zij
De dag is rood gekleurd
Hun onschuld is wit
Zij lijken weg te zweven
Bij iedere steek voel je hun pijn
Een monument voor allen die onnodig geleden hebben
Om nooit te vergeten…
Een ode aan:
Anna van Mekelenburgh
Dorothea vann Danswick
Aleith Wachters
Johan Tonnis
Hille Willems oder Sickes
Geeske Hummelinck
Taelke Albers
Hidde Busemans
Swantke Wilts
Lumme Drents
Wobke Holschemaeckers
Henrich(je) Smitts
Geeske Kupers
Trine Hendricks
Alke Engels
Geertken Johans anders Tijs
Johanne Lubberts

Tot slot wil ik ook alle andere noodlottigen van alle historische, oude en nieuwe “heksenjachten” eren . Zo zal het zijn!

Bronnen: Jan Hidde Wilzing uit de Schakel uit Onstwedde, Pythia druïdeks en Peter, haar echtgenoot
Nog meer lezen: https://groninganus.wordpress.com/2011/04/08/stromen-bloed-over-westerwolde/
https://www.facebook.com/OMD.Westerwolde/posts/nog-een-facet-van-een-vreemd-soort-vermaakde-16e-eeuwse-heksenprocessen-in-de-he/843247479369850/

Gepubliceerd in Blog