Pythia in Delphi

pythia 1

 

Het lichaam bedient zich van veel werktuigen, maar van het lichaam en zijn delen bedient zich de ziel en de ziel op haar beurt is een werktuig van God.
(Plutarcus)

Door op passende wijze rekening te houden met de omstandigheden is het voor de moderne psychologie helemaal niet moeilijk om het handelen van de Pythia te verklaren.
(Herbert W. Parke, oudheidkundige)

pyth1Een gewone dag in Delphi, de zevende dag van een zomermaand in de 3de of 4de eeuw v. C. De logementen in de stad waren al dagen overvol. Regeringsdelegaties kwamen met groot gevolg, particulieren, die weken onderweg waren geweest, hadden de nacht doorgebracht in een van de groepsonderkomens of gewoon onder de blote sterrenhemel van Delphi. Toen het licht begon te worden kwam er beweging in de stad en hoorde men geroezemoes van stemmen. Mensen liepen door elkaar en hun uiterlijk verried dat zij Afrikanen, Aziaten of inheemsen waren. Eens in de maand brachten ze veel geld in de stad. Want alleen op de zevende van iedere maand, de drie wintermaanden uitgezonderd, deed de Pythia haar voorspellingen. Heel Delphi leefde daarvan: herbergiers, zakenmensen, souvenirverkopers, gidsen, niet veel anders dan tegenwoordig.

Onopgemerkt door het publiek begeleidden twee profeten, twee orakelpriesters, de gesluierde Pythia van het dag en nacht bewaakte gebouw aan de rand van het heilige domein naar de uitgang van de Phaedriadenkloof, waar de heilige bron Castalia uit de rots sijpelde. Het was een merkwaardig gezicht; de Pythia had haar gezicht met een purperen kleed bedekt zodat haar leeftijd niet te schatten was, maar dit kleed liet haar knieën vrij als bij een jong meisje. Haar loop echter verried dat zij al over de vijftig was. Zelfs de priesters van Delphi konden niet zeggen waarom deze lachwekkende vermomming gehandhaafd was gebleven, die aan de tijden herinnerde waarin het ambt van Pythia nog door maagden bekleed werd.

Naakt nam de Pythia een bad in de Castalische bron. Dit was een rituele reiniging omdat het water profetisch heette te zijn. Ondanks het zomerse jaargetijde was het water dat uit de rots stroomde ijskoud. De vroege dienst’ was daarom bij de beide Pythia’s, die om beurten dienst deden, niet erg populair. Hardop uitgesproken gebeden begeleidden de ceremoniële reiniging.

Een priester declameerde:

‘0, gij Delphische dienares van Apollo,
Kom naar de zilveren bron van Castalia
En ga met zuivere dauw overspoeld
Naar de tempel.
Luister aandachtig naar de tong van het heil,
Opdat de woorden van het heil
De raad plegers van de god
In hun eigen taal verkondigd worden.’

pyth2

 Daarna begaf de kleine stoet zich naar een tweede bron, de bron Cassotis, waarvan het water, in tegenstelling tot de Castalia, zich in een gebouw boven de tempel bevond en niet voor iedereen toegankelijk was. Van dit water dronk de Pythia een slok om in het genot van het waarzeggen te komen. De processie – voorop twee profeten, de hogepriester, daarachter de Pythia geflankeerd door de Hosioi, de leden van de voorname raad van vijf en daarna een groep eenvoudige orakel dienaars – had nu de Apollotempel bereikt. De Pythia legde haar purperen kleed af en droeg nu alleen nog een wit kort hemd.
Op het altaar van Hestia in het midden van de tempel smeulde een vuur. Twee orakeldienaars kwamen met een levend geitje aanslepen en zetten het neer op de witte marmeren vloer voor het altaar. Hulpeloos keek het om zich heen. Daar naderde een van de profeten en besprenkelde het dier met ijskoud water. Het geitje reageerde bibberend. Dit was zijn doodvonnis, maar voor de priesters een gunstig voorteken. Had het dier de besprenkeling met water gelaten en zonder zich te bewegen aanvaard, dan was dit als een ongunstig voorteken beschouwd en de raadpleging van het orakel zou voor die dag zijn afgelast. Overigens niet geheel tot ongenoegen van de plaatselijke herbergiers die dan nog eens een maand talrijke klanten zouden hebben moeten huisvesten. Want voor mensen die van heel ver kwamen was het niet lonend terug te gaan en dan opnieuw te komen. Maar nu werd het geitje geslacht en op het aan de buitenzijde gelegen altaar van Chios verbrand. De opstijgende rook was voor inwoners en vreemdelingen het signaal dat het orakel geopend was. Terwijl de vragenstellers met hun problemen het heilige domein bestormden was de toegang tot de orakeltempel nog gesloten. Elke cliënt ging eerst dezelfde weg als de Pythia. Hij moest bij de Castalische bron een reinigingsritueel.

Pythia Delphi Asteria

De waarzeggende priesteres stond inmiddels voor het altaar van Hestia uit welke met sparrenhout aangelegd vuur benevelende rook en roesverwekkende dampen opstegen. Gretig ademde zij de damp diep in. Een priester schepte wierook, bilzekruid, laudanum en allerlei roesverwekkende brandstoffen op het vuur tot de Pythia begon te duizelen. Twee profeten pakten haar bij de bovenarmen en brachten haar naar beneden in het adyton. Voor de nog gesloten orakeltempel was het inmiddels een gedrang van jewelste. Honderden mensen vochten met elkaar om een plaats op de voorste rij; iedereen wilde de eerste zijn, ieder beschouwde zijn eigen probleem als het grootste. Maar de voorste rij was voor mensen gereserveerd die ‘promantie’ hadden, zij kregen als vragenstellers een voorkeursbehandeling.

Intussen zat de Pythia, afgeschermd door een gordijn, op de drievoet. Preciezer gezegd: zij hing meer dan zij zat, want zij was gehypnotiseerd en verkeerde in een toestand van totale apathie. De drievoet die wel wat op een barkruk leek, was ongeveer één meter hoog, zodat de benen van de Pythia niet bij de grond konden komen; in feite was de drievoet eigenlijk geen zitmeubel. In plaats van een kussen was er een diepuitgeholde schotel of pan, aan welks rand loodrecht opstaande hengselachtige ringen bevestigd waren waaraan de Pythia zich kon vasthouden. Zat zij eenmaal in haar schotelachtige holte dan kon zij, ook wanneer zij in elkaar zakte er nauwelijks afvallen. Gemakkelijk was deze houding zeker niet. Het is dan ook geen wonder dat de waarzegsters elkaar wegens uitputting moesten aflossen.

Zo zat (hing) zij dan op die drievoet dat pal boven een gat in de aarde stond, waaruit zwavelwaterstofgas opsteeg, het ‘gas van Apollo’.
Uit de geluiden en woorden die de vrouwen in hun half verdoofde, extatische toestand uitstootten, formuleerden de priesters de antwoorden aan de vragenstellers.
Wanneer de Pythia sprak, dan sprak door haar Apollo.

Bron: De Orakels door Philipp Vandenberg